Inleiding:
Soms voel je het… een stille roep van binnen.
Een verlangen naar rust, naar ruimte, naar iets dat écht van jou is.
We hebben allemaal manieren ontwikkeld om te overleven – patronen, overtuigingen, beschermlagen.
Maar wie ben je voorbij dat alles?
In onderstaand gedicht neem ik je mee naar die plek van oorsprong.
Een plek waar je niet hoeft te vechten of vluchten,
maar mag thuiskomen.
Vrijheid
Als overlevingsreacties niet meer nodig zijn,
ontstaat er een diepe eenheid met jezelf.
Oude angsten, gevoeld, verplaatst of losgelaten,
gedragingen – bewust en onbewust – gezien in het licht.
Het licht van verbinding.
De verbinding met wie je was,
voordat je je moest pantseren,
voordat gevoelens beschermd moesten worden.
Voordat je ziel in een vorm gewuwd moest worden.
Bevrijd van alles wat je hebt gedaan om te zijn
wat of wie je niet was.
Om te overleven binnen een systeem
waar je stukjes – of misschien wel stukken –
van jezelf verloor.
Om erbij te horen.
Om de pijn niet te voelen.
Om te verdoven.
Om…
Het is tijd om één te worden met de oorsprong,
je oorspronkelijke zelf.
Durf de sprong aan.
De duik naar dat wat onbewust onder je gedrag ligt.
Naar oude overtuigingen, beelden, gevoelens
die ooit nodig waren om je veilig te voelen.
Maar die je nu beperken.
Die je klein houden,
je tegenhouden om voluit te leven.
Er ligt kracht
in het erkennen van wat je ooit hebt moeten doen
om te kunnen bestaan.
Maar er is nog meer kracht
in het loslaten van wat niet langer van jou is.
Zodat je ruimte maakt voor wie je werkelijk bent.
Vrij.
Heel.
Thuis.
Voel je iets bewegen in jezelf?
Misschien is dit jouw uitnodiging om een stap naar binnen te zetten.
Je bent welkom.