
Weg van de pijn die niet werd gevoeld.
Soms komt pijn niet met woorden, maar met stilte.
Ze sluipt in muren, vult kamers en nestelt zich in het lichaam.
Deze tekst is een verwoording van wat ik zie, voel en hoor in mensen.
Over het gat dat blijft — tenzij we het durven aankijken.
Weg van de pijn
die in alle muren en gaatjes voelbaar is.
Al die mannen (en vrouwen)
met een gat in hun hart.
Een gat in hun borst.
Dat met drank, sigaretten of seks gevuld wil worden
Alleen — het gat vult zich niet.
Het holt zich steeds verder uit.
De vaten dichten zich.
De stroming stokt.
Zoals er geen weg was voor tranen,
is er nu geen weg voor het levensvocht.
Waar stopt het?
Waar stopt het doorgeven van een gat?
Mijn tranen willen weer vloeien.
Ook in mij ontstaat opnieuw een gat —
een gat door niet-weten,
angst voor dat wat komen gaat.
Beelden komen samen
in een diepe tunnel van verslaving,
waar steeds meer onzichtbaar wordt.
Woorden verstillen.
Handen kunnen zich nog net vasthouden —
in een leegte van onzichtbaarheid.
Misschien is het gat alleen zichtbaar als we durven voelen.
Als we woorden geven aan wat verstild is.
Zodat de stroming weer op gang komt — van tranen, van leven.
En hoe helend is het wanneer er een liefdevol oor is, een plek van veiligheid en aanwezigheid.
Waar het gat er mag zijn, zonder oordeel.
Waar het, juist doordat het gezien wordt, zich langzaam weer kan vullen — met zachtheid, met moed, met leven.
Recente reacties